Tarmidin-Kartodikromo Semi, vergeten oorlogsweduwe, armoede en miskenning
Op 12 augustus 1921 geboren op de plantage Waterloo in Nickerie, wordt ze in augustus van dit jaar 88 jaar. Haar hart bonst nog steeds ritmen van verdriet, als ze terug denkt aan het moment, dat haar man naar Australiё vertrekt. Onder de Nederlandse vlag gaf hij in de Tweede Wereldoorlog zijn leven voor vrede en een betere wereld. Het is al ruim 66 jaar dat deze weduwe door het nu rijke en ontwikkelde Nederland vergeten is. Het verhaal van Semi, een aanklacht, of haar laatste beroep op de Nederlandse overheid? Nog een korte tijd, dan zal ze weer bij Tarmidin zijn.
Het is per “toeval” dat ik in contact wordt gebracht met Semi Tarmidin- Kartodikromo. Soewartie Soediredjo werkzaam bij Adek doet mij het verzoek, voor haar na te gaan, in welke oorlog Tarmidin is gesneuveld. De vrouw van de gesneuvelde soldaat Tarmidin, woont aan de Emmastraat nummer 41 te Nieuw Nickerie. Als ik tot Semi wordt toegelaten, barst de bejaarde vrouw van intens verdriet, al heel gauw in tranen uit, als ze aan haar man wordt herinnerd. Nog goed bij verstand, doch moeilijk ter been, is ze totaal vergeten door een machtige Nederlandse overheid, onder wiens vlag via de Troepenmacht in Suriname de Tris, haar geliefde heeft gestreden. Is er gekozen voor regels en procedures, in plaats van gerechtigheid, liefde, eerlijkheid, waarheid en gelijkheid? Krijgen de weduwen van de gesneuvelde militairen van dezelfde oorlog, in Nederland woonachtig geen steun? Semi, die niet kan lezen en schrijven, stond en staat machteloos om voor haar rechten op te staan. Ze kan na vele jaren niet krijgen waarop zij aanspraak maakt, een uitkering als oorlogsweduwe. Zij krijgt van Nederland geen cent ondersteuning. Zou zij niet tenminste voor de jaren vanaf de oorlog tot de onafhankelijkheid niet financieel ondersteun moeten zijn? Vanaf haar geboorte tot de onafhankelijkheid van Suriname in 1975 had ze de Nederlandse nationaliteit. Moest de onafhankelijkheid, voor haar een onbegrijpelijk gebeuren, voor haar een groot onrecht gaan betekenen? De situatie: Een rijke Nederlandse overheid die mensen als Semi vergeet en miskent, terwijl de Surinaamse politici zich hun handen vol hebben met hun etnische politiekvoering en de onderlinge verdeling van staatsrijkdommen. Van de Surinaamse overheid krijgt Semi nu omgerekend ongeveer 150 Euro, aan onderstand en AOV samen. Als ik Semi in deze toestand van wanhoop, eenzaamheid en verdriet ontmoet, breekt iets in mij. Ik vraag haar, haar tranen te drogen en de foto van haar en haar man in militairtenue met eer weg te leggen. Ik beloof haar, haar verhaal wereldkundig te maken, zodat een ieder die dit artikel leest mag oordelen. Ik spreek daarbij de innige hoop uit, dat de Nederlandse overheid en de daarbij bevoegde instantie, met spoed de zaak van Semi heronderzoekt, zodat ze alsnog ontvangt, waarop zij aanspraak maakt. Ik maak daarom contact met Fred van Russel, de voorzitter van de Federatie van Oud-strijders en Ex-militairen, die trots zijn hoge leeftijd opkomt voor hun rechten.
Huil niet je zal geld en eten krijgen
Op zaterdag 28 februari 2009 ontmoet ik Semi na een week opnieuw. Voor de afspraak van 5.oo uur n.m. had zij zich al om 3.00 uur n.m. laten aankleden. In de koelte van het achterbalkon, vertelt zij emotioneel haar verhaal:” Mijn vader, Jethe Kartodikromo en mijn moeder Kromojadi Soepina, werkten als contractarbeiders op de plantage Waterloo. Al heel gauw heb ik hen bijgestaan met werken, het wieden van gras en het rietkappen. Wij verdienden niet veel, soms hadden wij niet eens geld om zout te kopen, dan vroeg mijn moeder de buurvrouw wat. Vijf koppen rijst kostten 0,25 cent, maar dat was soms niet te betalen. Toen ik 14 jaar was trouwde mijn ouders mij op moslim wijze met Tarmidin, die 19 moest zijn. Tijdelijk ben ik toen in de van Drimmelenpolder bij mijn schoonmoeder gaan inwonen. Daarna vertrok ik met mijn man naar het district Commewijne, waar wij op de suikerplantage Mariёnburg en de koffieplantage Slootwijk hebben gewerkt. Ik was bediende en verdiende 15 gulden per maand en mijn man was rietkapper. Ik werkte op Mariёnburg van zeven uur ’s morgens tot twee uur n.m. bij een welgestelde blankengezin. Broden beleggen, pap klaarmaken, het huis schoonhouden, voor de kinderen zorgen enz. Van vijf uur n.m. tot acht uur ’s avonds, ging ik terug voor o.a. het klaarmaken van het avondeten. Tussen twee uur en vijf uur in de middag was ik strijkvrouw voor de mensen van de buurt. Ik verdiende daarbij 0,50 centen voor een was en strijken. Het strijken gebeurde met de oude strijkijzers van ijzer , die op houtskool werden gelegd. Op slootwijk was ik koffieplukker. Ik moest op trappen klimmen om de koffiebonen van de bomen te plukken. Voor elke honderd kilo geplukte koffiebonen kreeg ik 0,70 centen. Ik droeg net als de andere vrouwen lappenkleren, mijn doti pouda. Die werden dagelijks gewassen en achter de tjoela, bij houtvuur, te drogen gelegd. Waren ze niet helemaal droog, ik droeg ze toch de volgende dag. Je moest produceren, zo kreeg mijn moeder een week straf, omdat ze in een week, minder dan 5 gulden had verdiend. Op een dag vertrok mijn man naar de plaats Bigi Lasia nabij Paranam. Daar werkte hij als timmerman. Een dag kwam hij thuis en vertelde mij, dat hij had getekend om in het leger te treden. Hij ging vervolgens naar Bos Bivak achter Zanderij om tot geoefend soldaat getraind te worden. Net als andere vrouwen, mocht ik hem op de zondag bezoeken zolang hij daar in training was. Op gezag van het leger, ben ik toen met hem wettelijk getrouwd. Dat werd verplicht gesteld. Het was een dag tegen vijf uur in de ochtend, dat mijn vriendin op de deur van het huis bonsde, om mij te wekken. De boot met militairen was op vertrek. Ik haastte mij naar de kade aan de Surinamerivier, maar toen ik aankwam, was de boot al midden op de rivier. Ik had mijn Tarmidin, niet eens nog voor het laatst kunnen vasthouden of kussen als afscheid; ik zou hem nooit meer terug zien”. Huilend vertelt de 87 jaren oude vrouw mij met moeite nu, dat een hooggeplaatste blanke militair haar nog trachtte te troosten met de woorden:” Je zal geld en eten krijgen. Later mag je kiezen om in Suriname of Nederland te blijven”. De tegemoetkoming die Semi toen van de Tris kreeg , bedroeg 3,50 gulden per maand.
Duizenden jasmijnbloemen
Soldaat Tarmidin keerde nooit meer terug. Voor de mensheid sneuvelde hij als Autraliёganger. Hoe en waar dat gebeurde, is aan Semi nooit verteld. Gebeurde het door een kogel of een scherpe banjonet van de vijand? Gebeurde het vanuit een hinderlaag, of in het heetst van een open strijd? ” Een scherpe pijn verscheurt het lichaam van Tarmidin. Als hij achterover valt ziet hij nog de kruitdampen plaats maken voor de zachte rookwolken die schijnen te komen uit de hoge schoorsteen van de fabriek van de plantage Waterloo. De rook verspreidt niet de scherpe damp van die van daarnet, maar ruikt naar duizenden jasmijnbloemen die bij elkaar zijn gebracht. Het geluid van ratelende machinegeweren en explosies, hebben wonderlijk plaatsgemaakt voor het bekende geratel van de kettingen van de sleephelling, die het riet vanuit de pontons naar de rietpersen slepen. Tientallen pontons vol met schoon riet worden door sterke stieren voortgetrokken. De kanalen zijn vol helder water en op de keurige dammen schijnen leidinggevenden opdrachten te geven. Is het niet directeur Gomes, of zijn het niet Twang Sa, Twang Bron of Pickering? Maar het hart van Tarmidin gaat sneller kloppen, als hij niet ver van de directeurswoning, onder waringinboom, net als toen, Semi ziet staan. Wacht zij hem op, omdat het weer feest gaat zijn op de plantage? Een intense liefde en blijdschap blijken voor eeuwig hier te heersen…”. Semi sterft bijna van verdriet en vertrekt naar Coronie, waar zij 1 gulden verdient voor elke honderd kokosnoten die zij verzamelt. Als ze later in Nickerie terug is, kookt ze voor de welgestelde blanken en top ingezetenen, leden van de elite vereniging Bikini. Ze blijft kinderloos. Met haar spaargeld koopt ze een erf aan de Emmastraat te Nieuw Nickerie. Gelukkig kijken nu haar kweekdochter Annie en haar man Soerodikromo naar haar om.
K.R.Donk, 8 maart 2009.